‘Hoe gaat het nu met hem? Is je zoon al achter zijn computer vandaan?’ vroeg afgelopen week een aantal mensen aan me. Hoog tijd voor een update over de school- en stageplannen. Zou hij aan het eind van dit schooljaar met een echt diploma op zak de toekomst in kunnen lopen? Wie weet, het is geen wishful thinking meer: de eerste stappen heeft Krijn afgelopen week daadwerkelijk gezet. Hij is begonnen met 2 dagen per week school. Maandag les in de keuken en woensdag patisserie. Vroeg opstaan om de trein naar Eindhoven te halen. Hij doet het gewoon, of het niets bijzonders is.

En voor mij? Ontzettend wennen. Vreemd om na dik 1,5 jaar op een thuiswerkdag ook echt alleen in huis te zijn. Niet in mijn achterhoofd weten dat als de bel gaat, iemand een verdieping lager wel naar de voordeur loopt. Of bij wie je uit gemakzucht een lunch kunt ‘bestellen’. Onder het mom van ‘dan heeft hij ook weer iets te doen.’  Alleen in huis. Bij ieder geluidje van beneden schiet door me heen ‘dat zal Kr… o nee, die is er helemaal niet’. Zelf een boterham smeren. Zelf naar beneden rennen om dat pakketje in ontvangst te nemen voor de postbode weer vertrokken is. Melk op? Jammer dan: geen Krijn die ik om een boodschap kan sturen. Het lijkt wel afkicken 🙂

Van de week zat ik met hem na te praten over hoe zijn schooldag bevallen was. Het blijft lastig om er meer uit te krijgen dan ‘goed hoor’ dus het duurde even. Een paar keer werden we onderbroken door een helder ‘ping ping’. Berichtjes. Van wie dan? vroeg ik nieuwsgierig. ‘Nou gewoon, dat is van een groepsapp van mijn klas; iemand zegt iets en dan reageren anderen er steeds op’ verklaarde hij op neutrale toon terwijl hij de berichtjes vluchtig las. Het maakte bij mij meer los dan hij zich realiseerde. Contact met anderen. Klasgenoten. Was zijn eigen initiatief geweest om de ‘moderator’ te vragen of hij ook mee mocht doen in die groep.

Voor zijn stage is hij zelf op pad gegaan, alleen. Zomaar ergens binnenstappen en je vraag stellen…. ‘eh, ik ben er een tijd tussenuit geweest omdat ik een harttransplantatie heb gehad, maarre hebben jullie misschien een stageplek voor me…’. Ik geef het je te doen. Zeker voor iemand die een beetje verlegen is in nieuwe en onbekende situaties. Hij heeft het wel gedaan. Stages zijn lastig te vinden, maar er is goede hoop dat hij binnen afzienbare tijd een plek vindt bij een restaurant in de buurt. Dat zou prachtig zijn.

Dat ik ooit zo blij zou zijn met vuile was – een naar bakvet stinkend stapeltje kokskleding. Ik heb er zelfs een foto van gemaakt. Op mijn openbare gemopper hier in dit blog op Krijn die vergroeid was met zijn computer hebben heel veel mensen gereageerd. Veel herkenning bij ouders met kinderen in de computerleeftijd. En eerlijk is eerlijk, het buiten hangen van die vuile was heeft mij mentaal absoluut geholpen. Maar dat viel allemaal in het niet bij het heerlijke gevoel dat ik kreeg toen ik het stinkende stapeltje oppakte en met liefde de koksbuis en -broek in de wasmachine stopte. De wasverzachter deed zijn werk: we kunnen er nu weer helemaal fris tegenaan.