…of je pakt je oude gameboy color er weer eens bij….

Hoe gaat het nu met hem?‘ en ‘Wat doet hij zoal de hele dag?‘  zijn de standaardvragen over Krijn die mensen ons stellen als ze weten dat hij wacht op zijn harttransplantatie. Meelevende mensen die zich willen kunnen voorstellen hoe het werkt, zo’n 18-jarige die de hele dag thuis is. Hoe vult hij zijn dagen?

Iedere keer weer proberen we het uit te leggen. ‘Beeldschermen zijn ongelofelijk aantrekkelijk voor hem; dus televisiekijken – veel documentaires – spelletjes op de playstation, al dan niet via internet – en veel, heel veel youtube-filmpjes kijken’ leggen we dan uit. ‘Soms naar het dorp voor een boodschapje, soms ’s avonds koken voor ons allemaal. Soms, vooral na aandrang van z’n moeder, even in de tuin om wat zonlicht op te vangen. Nee, hij hoeft niet de hele dag in bed te liggen, maar veel energie heeft hij niet. Trap op en af gaat goed, als het niet drie keer achter elkaar hoeft’. Zoiets dus.

Op de verjaardag van mijn oudste vriendin sprak ik iemand die ons gezin niet kent. Een heel leuk gesprek, waar op een gegeven moment het op onze leeftijd bijna onvermijdelijke onderwerp kinderen langskomt. ‘Jullie oudste is al achttien jaar? Leuke leeftijd, wat doet hij, studeren?‘ Eh, nee dus. Ik schilder kort Krijn’s geschiedenis. Tot en met dat we nu wachten op Het Belletje. Nog voor ik in mijn hoofd het antwoord op de vervolgvraag ‘en wat doet hij dan de hele dag’  kan formuleren, zegt ze: ‘Okee, dan zit hij nu dus achter de geraniums.‘ Ik stop meteen met formuleren van de eigenlijk altijd ontoereikende standaardriedel. Inderdaad, dat is het! Dat beschrijft het kort en krachtig. Hij zit achter de geraniums.

De meeste mensen hebben daar wel een beeld bij. Je ziet oude mensen wachtend hun dagen slijten. Rustig zittend, beetje rondscharrelend, misschien tv-kijkend, soms een uitstapje. Leg maar eens uit wat die zoal de hele dag doen…. geen idee eerlijk gezegd. Gewoon leven, in afwachting van. Van bezoek, een tv-programma, de zomer, een kleinkind, de ochtend, het einde. Krijn wacht op Het Belletje. Maakt voor het leeftempo niet uit; dat is meestal laag.

Verschil is wel dat hij in een huis woont met een broer, een zus en twee ouders. Met een heel ander tempo en andere energie. Genoeg afleiding zou je zeggen. Vraag het hem en hij zal soms zelfs zeggen: meer dan genoeg. Hij verlangt weleens naar wat meer rust om zich heen. Vindt het heerlijk als hij lekker ongestoord alleen kan zijn. Zonder dat de verveling toeslaat. Wat voor anderen dan weer moeilijk voor te stellen is.

Ja meteen duidelijk beeld, dat plaatje met die bloembak. In tegenstelling tot het vage plaatje dat hoort bij een zieke achttienjarige die op een hart wacht en regelmatig zegt: ‘Laat het telefoontje nu maar komen.‘ Dus in het vervolg zal ik het zo omschrijven als iemand ernaar vraagt. Krijn? Die zit nog even achter de geraniums.