Geboortekaartje met foto van Krijn. Voorop alfabetisch per drie al dan niet mooie voornamen. Inclusief zijn latere broertje en zusje 😉

Krijn zei vorige week op zijn verjaardag opeens: ‘Mam, krijg ik ook een verjaardagsblog? Dat vind ik wel leuk nu ik 18 geworden ben.‘ Dat lukte niet. Ben over tijd. In tegenstelling tot 18 jaar geleden; toen wekten de eerste weeën me ’s morgens om 7 uur – vier dagen voor de uitgerekende datum. Tien uur later was ‘pimmetje’ er: onze oudste zoon. Nee, ons kindje moet ik zeggen natuurlijk. Aan volgende kinderen denk je dan niet echt. Alsnog in het ziekenhuis, want het frummeltje had in het vruchtwater gepoept en verslikte er zich ook nog in.

Gezinsgebruik bij ons is bij iedere verjaardag details doornemen van de geboorte en babytijd. Wie was het vieste baby’tje. Met traditiegetrouw: ‘Gatver, wat smerig!‘ Altijd fijne ‘erwtensoep’-details. Zijn kleine zusje deed drieëneenhalf jaar bijna hetzelfde; wel poepen, niet verslikken. Hugo – de middelste – niet, dat was zo’n keurig jongetje. Nee hoor, grapje; die pieste met een mooi boogje direct zijn moeder onder. En topper is ook de videoopname van Het Rampgebied toen Hugo tijdens het verschonen een demonstratie spuitpoepen had gegeven. Van die dingen.

Achttien jaar. Onvoorstelbaar. Het weer was hetzelfde: warm. Krijn is geboren aan het eind van de hittegolf in zomer ’94. Die afkoeling wekt bevallingen op, vertelde een verloskundige. Het was topdrukte in het ziekenhuis. Bij mij speelde vast ook mee dat de avond voor de weeën begonnen mijn lievelingsoma overleed. Ze was 94 jaar. Mijn vader belde me met het trieste nieuws. De volgende dag belde ik hem terug dat hij een kleinzoon had. Binnen 24 uur verloor hij zijn moeder en kreeg hij zijn eerste kleinkind. Leven en dood – zo dichtbij elkaar.
De vernoemingen stonden al vast, maar haar overlijden maakte het extra bijzonder. Hidde. Naar mijn oma Hilligje. En Isac naar zijn andere opa – Sjaak – die het jaar daarvoor, pas 62, was overleden. In de overtuiging zo iets mee te krijgen van deze twee krachtige persoonlijkheden. Dat had hij wel nodig, weten we nu.

Na 18 jaar belt mijn vader nog steeds trouw op alle verjaardagen. Vertelde dat hij had gewerkt in de tuin. Snoeien. ‘Ja hoor, alles gaat goed hier. Tja, mijn reactievermogen is niet meer zo goed op deze leeftijd. Dat hoort erbij, zeggen ze. Ik was afgeleid door een vogel die plotseling uit een struik vloog, en keek even daarheen terwijl ik knipte. In mijn vinger. Het bloedde vreselijk, maar het topje zit er nog wel aan hoor. Ja, alles goed dus hier,‘ eindigde hij nuchter. Inmiddels zelf 87 jaar. Later belde zijn jongste zusje; mijn geweldige Tante Jantje uit Canada. Ook al in de tachtig.

Deze verjaardag vond Krijn heel speciaal om twee voor hem specifieke redenen. ‘Vanaf morgen krijg ik mijn eerste uitkering.‘ Morgen niet, maar wel ergens eind deze maand. Zijn allereerste Wajonguitkering. Een deel gaat als welkome aanvulling naar zijn leeggeschraapte spaarrekening. En een ander deel naar de ziektekostenverzekering.

De tweede reden ligt minder voor de hand: ‘Ik mag stemmen!’ Inderdaad, vanaf nu heeft hij stemrecht. En – hoera – over een paar weken mag hij al. Dat is iets waar hij naar uitkijkt. En serieus mee omgaat. Inclusief stemwijzer. We hebben het aan tafel over politieke stromingen en partijen, en hij ondervraagt ons waar wij op stemmen en waarom. De partijprogramma’s worden aan een zorgvuldig onderzoek onderworpen. Nee, hij kan niet wachten tot de oproepkaart op de mat valt. Naar welke partij zijn stem gaat? Misschien PvdA, waar hij met de stemwijzer eerder op uit kwam. In ieder geval niet automatisch naar D66 – zoals zijn ouders. Heel goed jongen: zélf nadenken en zélf kiezen. Hij heeft nog even de tijd.