Altijd even kijken in de hal van het AZU: expositie met echte harten
Altijd even kijken in de hal van het AZU:
expositie met echte harten

….Hoorde vanavond rond etenstijd beneden de huistelefoon rinkelen; een melodieus lieflijk traladieladalida. Verdorie, gaat ie weer niet hier boven-boven was mijn eerste gedachte. En stokte. Legde mijn Vrij Nederland aan de kant, stond op van de bank, liep richting deur en spitste mijn oren om op te vangen wie er aan de lijn zou kunnen zijn. Een niet te stoppen gedachtenstroom kwam direct op gang terwijl ik naar beneden keek: ‘O sh*t die stomme Crocs moeten uit, waar liggen mijn laarzen eigenlijk, welke spullen moet ik nu pakken, waar heb ik ene tasje ook alweer neergelegd met die nieuwe t-shirts en lenzenspullen? En die telefoonoplader, ligt die nou in de la of in mijn tas? Tjonge, Ro is aan het koken, kunnen we die eendenborst misschien niet eens opeten. Eendenborst, zou toch een raar toeval zijn, want die heb ik wel vaker nét niet gegeten – ach, wat doet dat er nou toe… Niet vergeten het gas uit te draaien. En de kerstverlichting, ook uit doen denk ik, of ziet het er dan wel erg onbewoond uit hier? Ben wel blij dat Hugo en Cleo nu thuis zijn, dan kunnen we makkelijk met z’n vijven richting Utrecht zonder al teveel gedoe’ – allemaal met mijn linkeroor naar het trapgat, wachtend op het moment dat

de ander zijn of haar naam heeft gezegd en ik aan Robin’s stem hoor dat het een gewoon belletje is. De gedachtenstroom stopt en ik kan weer ontspannen ademhalen. Duurt drie of vier seconden. Maximaal. Pfjoeh, weer niets…..

Pruttelende eend
De eend ligt te pruttelen in de pan, de kookgeuren komen de trap op. Heerlijk eten zometeen. En toch – ik moet het even kwijt, even ont-spannen. Niet bij ieder telefoontje gaat het zo gelukkig. Sterker nog: ‘Ik dacht dat jij altijd bereikbaar moest zijn’, klaagt een collega die me tot drie keer toe probeerde te bellen. Tja, dat gebeurt soms ook. Maar nu vrat het even energie. Een blogje schrijven, dat helpt. Moest ik toch nog doen. Over de laatste controle bij de cardioloog in het AZU vorige week. Krijn is weer wat afgevallen en weegt nu iets meer dan 51 kilo. Mager, maar met in zijn buik minder vocht.

Kwellende dorst
Met dokter K. bespreken we het bezoek aan Harten Twee en hoe goed het lotgenotencontact Krijn bevallen is. Vooral de onderlinge herkenning van de altijd kwellende dorst. Waarop dokter K. uitlegt hoe dat zit met hormonen – ja, daar hebben mannen ook last van. Het is al een heel oud systeem: het lichaam dat erom roept snel en veel vocht aan te vullen. ‘Dat is evolutionair gezien de redding bij verbloeding’ legt hij uit. ‘Je ziet het op televisie ook altijd bij ziekenhuisseries waar gewonden binnengebracht worden: eerst een zak vocht toedienen, dan pas kijk je verder.’ Het lichaam wil eerst dat het vocht aangevuld wordt, ook bij lage bloeddruk dus.

Evolutie schiet te kort
‘De signalen gaan vanuit het hart richting de nieren, die zeggen dat er vocht nodig is. Daarom zeggen cardiologen dat de nieren slaaf van het hart zijn. Iets wat wij de collega’s van nefrologie graag voorhouden’, voegt dokter K. er glimlachend aan toe. De nieren willen dus al het vocht vasthouden in het lichaam en niet meer afscheiden. Vocht vasthouden, terwijl het in sommige gevallen dus juist helemaal niet goed is, integendeel. ‘Daar schiet de evolutie te kort. Daarom proberen wij tegenwoordig het lichaam een beetje voor de gek te houden met medicijnen die ervoor zorgen dat het binnenkomende vocht niet vastgehouden wordt.’ De befaamde plaspillen dus. Het is zo simpel eigenlijk.

Lichamelijk onderzoek was goed, ECG goed, bloeddruk 80/60 voor hem heel netjes. Bij het afscheid nemen zegt Krijn: ‘Tot de volgende keer. En ik hoop écht dat dat dan op de operatietafel is.’