alleen nog een witte pleister

 Het gaat snel: maandag was laatste dag van de zware prednison stoot-kuur om de afstoting te stoppen. Bij afstoting sterven hartcellen af, en die komen niet meer terug. De prednison veroorzaakt aan de andere kant een enorm hoge bloedsuikerspiegel en dus krijgt hij een buikprik insuline. Verder krijgt hij medicatie om het hart te stimuleren goed te pompen. Het wordt langzaam afgebouwd. Het zuurstofgehalte in het bloed als het rondgepompt is, blijkt nog erg laag en de hoeveelheid per minuut houdt ook niet over. De hartslag blijft – terwijl Krijn in bed ligt – tussen de 120 en 130; veel te hoog. En als de vochtafdrijving gestopt wordt, loopt hij vrij snel weer ‘vol’. Het biopt (‘hapje’uit het hart) van vrijdag heeft te weinig opgeleverd om een goede diagnose te stellen. Een hoop medicijnen en kunstgrepen om alles op orde te krijgen. Genoeg onzekerheid.


toeters en bellen

 Dinsdag is de dobutamine – de hartstimulerende medicatie – bijna afgebouwd. De prednison lijkt zijn werk gedaan te hebben en de ‘normale’ anti-afstotingsmiddelen prograft en cellcept moeten het weer overnemen. Die krijgt hij weer, wel in een hogere dosis dan voorheen. De cardioloog wil vooral weten wat het hart zélf aan kan en hoe het er aan toe is als Krijn in beweging komt. Wat is de opgelopen schade? De katheter die in zijn hals zit met alle draden en slangen moet er dan wel eerst uit, anders valt er weinig te testen: naast het bed staan kan net, maar wat stapjes lopen of naar een stoel bij het raam lopen lukt niet met dat circus aan zijn hals.

Begin van de middag gaan de meeste draadjes uit de slang. Einde middag ook de laatste en dan is een witte pleister het enige overblijfsel. Naast de plakkers voor de hartmonitor, maar die houdt hij voorlopig nog. In zijn pols wordt wel een infuus geplaatst zodat snel medicatie toe te dienen is indien nodig. Het is druk op de hartbewakingsafdeling – dinsdagavond om 20.30 uur mag Krijn naar de behandelafdeling. Dezelfde verdieping, andere vleugel. Hij komt op een vierpersoonskamer. Drie bedden zijn bezet. Stond niet op zijn verlanglijstje, maar goed – dat is een ziekenhuisopname voor de meeste mensen sowieso niet.


Woensdag is de dag van de eerste keer zelf douchen. Niet met een klammig washandje wat over je armen en benen aaien, maar gewoon echt onder de douche. Met een plastic zakje om zijn infuuspols. Die er in de middag trouwens weer uitgehaald is; hij heeft er alleen nog een keer lasix (vochtafdrijver) door gekregen. Verder een wandelingetje met zijn vader gemaakt over de gang. Helemaal vrij van toeters en bellen is hij niet: van de plakkers op zijn bovenlijf lopen de draden nu naar een draagbaar kastje dat de hartinfo opneemt en doorgeeft. Het werkt ook een beetje als een enkelband: als hij te ver gaat – de afdeling af bijvoorbeeld – dan komt hij buiten het signaal en gaat het alarm af. 

Hij heeft een vochtbeperking en natriumarm dieet. Dat betekent dat hij 1,5 liter vocht per dag mag binnenkrijgen (inclusief eten) en geen toegevoegd zout eten. Het vocht mag hij vanaf vandaag zelf bijhouden op een lijst. En de medicijnen krijgt hij vanaf nu in pilvorm; geen slangen meer.


Donderdag is een belangrijke dag. Dan wordt een uitgebreide echo gemaakt waarop zichtbaar moet zijn hoe het hart er nu aan toe is en wat de pompkracht is. Hij krijgt dan ook een nieuw medicijnen dat littekenvorming in het hart als gevolg van de afstoting tegen moet gaan. ’s Morgens heeft hij ook nog een afspraak met een psycholoog. Spannende dag voor Krijn: onder andere de uitkomst van de echo bepaalt op welke termijn hij naar huis zou kunnen.