In karakteristieke houding met cadeautje van zijn broer
In karakteristieke houding met cadeautje van zijn broer

Heerlijk, die lucht van groene zeep, net als vroeger bij oma. Na een week in een soort cocon geleefd te hebben, krijg ik vandaag opeens de aanvechting om met een emmertje sop door het huis te trekken. Vanmorgen eerst de keuken verlost van etensresten en kruimels. Daarna bovenboven met de dyson doorlopen, opgeruimd en gesopt (‘je moet niet vergeten voor jezelf te zorgen’ weergalmt de goede raad in mijn hoofd – dus zorg ik eerst voor mijn lievelingsplek waar ik lekker onderuit kan zakken). Op een klein tafeltje de duimstok, twee pennen en het mini Sweda-kassaatje van mijn vader neergelegd. Keurig in het gelid. Uiteraard.

Robin en ik wisselen elkaar wat ziekenhuisbezoek betreft af. Hij is er nu heen met Cleo en Hugo, dus ik ben alleen thuis. Gisteren ben ik de hele middag en avond bij Krijn geweest. Het gaat goed met hem. Met de dag wordt hij helderder en spraakzamer. Ik heb ’s avonds zijn haar gewassen aan een kappersbak en hij liet me zelfs de doorzichtige pleister van zijn hals afhalen. Met een schone pyjama aan, tanden gepoetst en gespoeld, kroop hij iets na half tien lekker fris weer in bed.

Cardiologe K. kwam gisteren einde middag onverwacht een bezoek brengen. Zonder witte jas, ik moest even bedenken waar ik die vrouw ook alweer van kende ;-). Zeker omdat ze in eerste instantie geïnteresseerd naar de toestand van mijn vader vroeg, Krijns opa. Ook dat nieuws was meegenomen in het verslag van de verpleging. Afwachten dus. ‘Als het zover is dan zorgen we dat hij gewoon naar de plechtigheid kan hoor, als hij dat wil. Dat u dat vast weet.’

De artsen zijn uitermate tevreden over de vooruitgang die Krijn boekt. Zijn gezicht – door de prednison wel iets gezwollen – ziet er gezond uit. De plakkers van het hartkastje zitten nog op zijn lijf, en twee blauwe draadjes in zijn borst, waarvan er een aan de externe pacemaker zit. De andere voor noodgevallen. Zijn eigen hartslag was eergisteren zelfstandig 82, gisteravond zat hij op 90. Heel goed; het is wat hoger door medicatie, zo kan het hart goed wennen vertelde doker K. Ze besloot ter plekke de pacemakerstand verder terug te draaien. Eergisteren stond die op 90 (en stimuleerde dus vrijwel continu) en gisteren draaide ze hem naar 78. Oftewel: Krijns nieuwe hart doet het vanaf nu helemaal op eigen kracht. O wacht, vandaag om 18.15 is de pacemaker zelfs helemaal afgekoppeld, kreeg ik zojuist door!

Wel zit hij tot zijn teleurstelling nog steeds aan een vochtbeperking van 1,5 liter per dag. Dat lijkt heel wat, tot je weet dat het gaat om alles waar vocht in zit: dus ook pudding, vla, fruit en komkommer en dergelijke. Lastig, maar absoluut nodig voor zijn gezondheid. Verder krijgt hij een aantal keer per dag een grote hoeveelheid pillen, moet hij dagelijks een zalfje in zijn neus smeren en na het eten een spuit met smerige oranjeroze smurrie in zijn keel spuiten en doorslikken. Allemaal om infecties van allerlei soort tegen te gaan.

Had ik al verteld over afgelopen dinsdag? Krijn lag nog op de IC en Robin en ik zaten aan zijn bed. Hadden het erover dat hij voor zijn operatie nét niet naar de kapper (zaterdag) was geweest en nét niet zijn beugel eruit was gehaald (woensdag), toen mijn telefoon ging. Ik liep naar de luchtsluis en nam aan. ‘Ja goedemorgen, ik bel maar even, want we hadden Krijn hier 10 minuten geleden verwacht voor de afspraak om zijn beugel te laten verwijderen, maar hij is er nog niet…’ De tandarts. O jee, de afspraak was op dinsdag, niet woensdag zoals wij dachten… ‘Tja, ik kan hem vanaf hier zien, maar dit gaat u niet geloven…’. De afspraak wordt verzet. Naar wanneer weten we nog niet, maar die beugel heeft zijn langste tijd gehad.

Het emmertje sop is langzaam afgekoeld en grijsgekleurd, het zonnetje schijnt koesterend naar binnen. Van Cleo en Hugo kreeg ik vanmorgen moederdagcadeautjes en nu zit ik even lekker onderuit op de bank dit blog te schrijven. In de lucht van groene zeep. Die roept associaties op met de tijd dat ik als klein meisje logeerde op de boerderij van mijn opa en oma en vol bewondering keek hoe mijn oma witte lakens in een grote zinken tobbe waste door ze te schrobben met een borstel op een wasbord. Met twee vingers steeds een nieuwe lik groene zeep uit een pot halend. Wat zal ik geweest zijn, vijf jaar? Dan werd op dat moment in Zuid Afrika de allereerste harttransplantatie ter wereld uitgevoerd door dokter Barnard.