eerste stapjes sinds 8 april
 Zoals vorige week aangekondigd, was het doel van fysiotherapeute A. voor deze week: lopen. Zelf lopen. En dat is gehaald, kan ik trots melden. Met de stimulerende inspanningen van A. en verpleegkundigen heeft Krijn al vier keer zijn kamer verlaten, vrijwel op eigen kracht. Niet direct zoals je je dat bij een 20-jarige jongen voorstelt overigens. Voorovergebogen, met een rollator en een rolstoel er vlak achteraan. Veel verder dan een meter of tien komt hij nog niet, dan moet hij stoppen en zich achteruit neerzetten in de stoel.

Stilstaand op een foto is het vooral een beeld van een oud, bibberig mannetje. Als je erbij bent, zie je dat houding en hulpmiddelen daar wel aan doen denken, maar zijn snelheid is hoger. De spierkracht en stappen zijn niet groot, maar ogen wel jeugdiger. Het is duidelijk het begin van het begin. En al ziet die flodderige ziekenhuispyjama er niet echt hip uit, wat doet het ertoe: hij loopt.

En dat ondanks de verhoging, nee zelfs koorts, die Krijn weer had. Zoekend naar de locatie van de ontsteking, is donderdag weer een CT-scan gemaakt. Er was een vermoeden dat een deel van het stolsel dat Krijn nog steeds in een grote ader bij de lever heeft zitten was afgebroken en een longembolie veroorzaakte. Uit de scan bleek dat dit niet het geval is gelukkig. Maar toen Oberarzt K. me de scan liet zien op de computer, had ik geen nadere uitleg nodig om de eenzijdige longontsteking te ontdekken. Dat is natuurijk nooit goed. Na diverse soorten antibiotica is nu waarschijnlijk de juiste gevonden. Een aantal bloedwaarden verbetert weer. Niet allemaal. Het blijft een wankel evenwicht. Het stofje (Harnstoff, oftewel ureum) dat vorige week nog reden was voor een eventuele dialyse, heeft rechtsomkeert gemaakt. ‘Als het morgen boven de 200 komt, gaat hij aan de dialyse’, was de boodschap. De dagen ervoor stegen de waarden vanaf 160 naar inmiddels 196. Wat denk je wat…. volgende dag 190. En inmiddels weer verder gezakt tot onder de 140. Er is nog geen nieuwe lijn in zijn hals – een Sheldon – geplaatst dus. Dat scheelt.

Voor Krijn zelf zijn vooral misselijkheid, overgeven, buikpijn en het zeuren aan zijn hoofd over eten de issues waar hij het meeste last van heeft. Drinken wil hij wel. Bijvoorbeeld sinaasappelsap. Ja, ik hoor velen nu denken: dat zurige is toch juist niet slim als je misselijk bent en moet overgeven? Klopt. Maar daar heeft Krijn geen boodschap aan. Hij wil graag jus drinken en voor het overgeven maakt het niks uit, zegt hij. Kan kloppen, want het lijkt meestal los te staan van het eten en drinken. Lopend over de gang van de intensive care herinnerde hij zich ter hoogte van het keukentje dat er nog een bestelde sinaasappelsap voor hem moest zijn. Inderdaad stond het in de koelkast en zo zat hij in de stoel op de gang te genieten van een bekertje jus. Het kwam vrij snel ‘retour’ (ik treed niet in details). Weer tot rust gekomen zag hij het flesje met de rest op het aanrecht staan en zei: ‘Kom, ik wil snel terug naar mijn kamer lopen, voordat die sinaasappelsap warm is, want ik wil zometeen de rest opdrinken’, om verrassend snel zelf op te staan uit zijn stoel en met de rollator richting Bett 4 te stiefelen. De fysiotherapeute en verpleegkundige hadden geen tijd voor hun verbazing, ze moesten snel reageren om alle apparaten mee te laten rollen.

Van de week belde Oberarzt K. hier op de kamer bij Krijn met een oncoloog: die hebben meer ervaring met mensen die misselijk zijn en veel moeten braken, bijvoorbeeld door een chemokuur en daardoor niet meer eten. Die zal kijken of hij nog suggesties heeft om de eetlust op te wekken. We wachten het af. Zo blijft iedereen zijn best doen om Krijn aan het eten te krijgen. De aardige logopedist had yoghurt, koekjes en een soort toast meegenomen om te oefenen – ja, natuurlijk mag je erbij drinken, geen probleem. Maar alles werd resoluut geweigerd door Krijn. ‘Nee, dat wil ik niet, daar heb ik geen zin in’ en de logopedist kon onverrichterzake weer vertrekken. Ik zal hier maar toegeven dat ik daarna onder bepaald minder vriendelijke moederdwang Krijn drie hapjes toast heb toegediend. Ze bleven er alledrie keurig in. Er is hoop.