Ravioli en tortellini voor moeder en zoon

Mijn accu is opgeladen, nieuw lont uitgerold en ik heb meer energie. Naast het gesprek van vorige week waren er nog meer positieve dingen tijdens mijn minibreak in Nederland. Een afdelingsvergadering op mijn werk bijgewoond en op collega-kraamvisite geweest; ontdekt dat mijn favoriete Franse merk doucheproducten opeens gewoon bij Albert Heijn in het schap ligt (inclusief Krijns favoriet); gezellig bij I. in de tuin koffiegedronken en bijgepraat; een thrillertje gekocht om tussen de dikke pillen van Karl Ove Knausgård door te lezen; Hugo weer kunnen knuffelen die na een heerlijke week met z’n vrienden in Frankrijk thuiskwam, lekker op de bank hangen met Cleo, enzovoorts.

Over één ding twijfelde ik lang, een uitnodiging om met een groepje oud schoolgenoten van Beverweerd op een sloep SAIL Amsterdam te bezoeken. Voelde niet meteen goed en was het wel verstandig als ik opeens snel naar Duitsland zou moeten en tussen 600.000 bezoekers zat…. Het leek wel een complot, iedere keer als ik de televisie aan deed, kwam SAIL voorbij. In het nieuws of bij samenvattingen waar Art Rooijakkers vertelde wat ik nou weer gemist had, hoe bijzonder al die tallships waren en hoe uniek dit vijfjaarlijkse evenement is. Pas toen ik uitrekende hoe oud ik bij de volgende SAIL ben, hakte ik de knoop door – en reed zondagochtend om half acht richting Amsterdam IJburg. Met een klasgenootje afgesproken op CS om samen naar de sloep op de VOC-kade te lopen. We pakten de draad weer op of we elkaar vorige week nog gesproken hadden, terwijl de laatste keer op haar huwelijk was. Twintig jaar geleden. Ze zag ons nog aan komen lopen met dat kleine mannetje op mijn arm… Krijn was toen elf maanden. Genoeg bij te praten dus.

Wist je dat je tussen meer dan een half miljoen mensen met twaalf man op een sloep gewoon een heerlijk ontspannende topdag kunt hebben? Zon, lekker briesje op het water, unieke schepen, geweldige mensen. Lekkere hapjes, wraps, fruit, wijn, bier, fris, noem maar op. Laverend tussen de gigantische drie- en viermasters en honderden bootjes op het IJ, door de rustiger binnenstad en aanleggen bij het stadsstrandje van Café Roest. Er is zelfs gezwommen. Nee, niet door mij. Na afloop nog op IJburg bij C. op het terras aan het water lekker relaxen, eten en napraten en toen was ‘ie daar opeens: de kriebel dat ik naar Krijn wilde. Mooi, auto stond al gepakt te wachten. Op radio 3FM speelde live Tame Impala op Lowlands en tegen middernacht was ik bij Robin in ons Duitse appartementje. Rozig, verbrand en meer dan tevreden na deze mooie dag.

De pauze heeft mij goed gedaan en Robin vond het fijn dagelijks Krijns vorderingen te zien met eten en fysio. Wat een lekkere vent is Krijn toch eigenlijk…. zoals ie daar de volgende middag op zijn bed de helft (!) van het gebakken visje zat op te peuzelen én een aardappeltje en drie hapjes broccoli. Met een klodder Remia mayonaise uit de knijpfles. Een geslaagd verjaardagscadeautje. ’s Avonds een kippendij met mes en vork, want kluiven heeft hij nog nooit lekker gevonden en twee plakjes komkommersalade. Met mayonaise. De smeerkaas, blikjes speciale red bull en de nieuwe Historia die ik had meegenomen werden goed ontvangen. De nieuwe pyjama staat hem goed. Weer met blauw. Het lijkt wel een wetmatigheid: in pyjama’s met een knoopjasje zit altijd blauw of iets blauwigs. Maar ja, zolang Krijn die slangetjes uit zijn hals heeft, kan hij geen T-shirt-model aan.

Humor helpt, zei iemand. Dat is zó waar. Gistermiddag heb ik net als toen hij nog een peutertje was gezocht naar Krijns lachspieren – eerst aankondigen ‘waar zitten ze nou ook alweer Krijn, laat me eens voelen…’ en dan met een gestrekte wijsvinger, langzaam draaiend steeds dichter naar zijn lijf… Hij probeerde me uit alle macht af te houden, onderhand breed grijnzend en kronkelend van plezier. Niet gevonden, want hij heeft genoeg kracht om me tegen te houden, maar zijn lachspieren deden goed pijn, kreunde hij. ‘En trouwens, het zijn gewoon borstspieren hoor mam.’ Heerlijk, die dubbele rij witte tanden weer te zien.

Op de kamer werd dinsdag een complete hometrainer binnengesjouwd. Zitten op een zadel is zonder zitvlees niet fijn – zeg maar gewoon pijnlijk – dus daar moet nog even iets op gevonden worden. Verder een goed idee. En het lopen gaat ook beter. Nog niet echt verder of zo, maar hij verbaasde me door zelfs kleine stukjes zonder de rollator, losjes aan de arm van de fysiotherapeute te lopen. Het evenwichtsgevoel komt terug; de benodigde driehonderd spieren worden langzaam sterker. Hij moppert en sputtert als een oud mannetje, maar geeft uiteindelijk meestal toe en werkt mee.

Nieuwe energie zorgt voor nieuwe rituelen. Als dutjestijd na het inspannende lopen had ik hem woensdag 1,5 uur gegeven. Dat was voldoende. Dan dekentje weg, weer zitten, kletsen, tv kijken, avondeten, eventueel facetimen en tandenpoetsen. Nieuw is het installeren van de laptop. De tijd voor het slapen gaan worden ingevuld met Youtube-filmpjes, kijken naar de komische BBC kennisquiz QI (‘Jaha, jeweetwel QI. Quite Interesting. Dat ken je toch! Tuurlijk wel, iederéén kent dat!’) en gamen. Mooie kroon op de dag was het avondeten: een verpleger bood mij een bord ravioli aan dat over was op de afdeling. Zaten we daar, met twee borden op het tafeltje, gezellig samen op zijn bed te eten en te kletsen. Krijn at ruim een kwart van zijn bord tortellini met kaassaus. Het is een kwestie van perceptie, ik weet het. Gelukkig zie ik het weer – en daar krijg ik nou écht energie van.