(o.a.) propofol om onder zeil te blijven

Hoeveel afgevallen en vermagerd Krijn ook was de afgelopen tijd, zijn schouders zijn altijd even recht en breed gebleven. Dat moet ook wel, wil je al die engeltjes genoeg plek geven. Want dat er daar een paar zitten is wel duidelijk. Ook nu weer. Ik denk niet dat wij als niet-medici kunnen inschatten wat het betekent als de artsen zeggen dat ‘deze operatie wel een heel gecompliceerde was’. Misschien maar goed ook.

Verklevingen, littekens overal in en op zijn lichaam van canules, drains, ecmo-pompen, het oude donorhart, en tot gisteren het kunsthart inclusief de buizen uit zijn buik. De chirurg en anesthesist (‘de beste in ons universum’ volgens een andere specialist) kwamen gisteravond langs op de kamer om vooraf Krijn, en dan vooral zijn liezen te bekijken. Ze vroegen of wij nog wisten waar de diverse zichtbare littekenplekken van waren. Eh, hoezo? ‘We hebben straks allebei een kant nodig, en willen nu even zien of er genoeg mogelijkheden zijn om zonder grote problemen de hartlongmachine en verdoving goed aan te kunnen sluiten.’ Positief was dat Krijn net een nieuwe katheterlijn in zijn hals had gekregen. Helaas 2 lumen (aansluitingen). ‘Hm, ik heb een 5 lumen nodig, dus dan moeten we even kijken hoe we dat oplossen’. Links in zijn hals plaatsen waarschijnlijk niet, want door een hematoomrestant en verdikt littekenweefsel gaat dat zeer moeizaam. Om maar wat kleine probleempjes te noemen die wij nog kunnen begrijpen.

We zijn begin van de middag voor het eerst met z’n vieren even bij hem geweest. Hij ligt nog volledig onder verdoving – propofol op 30 – en aan een grote hoeveelheid infuuspompen, beademing, hartmeters, blauw draadje naar de pacemaker boven zijn bed. Heel veel meer cijfertjes op de monitoren dan gisteren. Maar toch is het rustig op de kamer. Alleen het bijna monotone geluid van de beademing en het borrelen van de drainopvangbak. De snelle, harde tikken van het kunsthart dat de kamer de laatste maanden vulde, is weg. De grote console zelf ook.

We spraken een intensivist, die nog een keer uitlegde dat het een ingewikkelde ingreep was geweest, maar tevreden was. De rechterkant functioneert nog niet optimaal maar met speciale medicatie in de longen wordt het hart gestimuleerd beter te gaan werken. ‘Is normaal, zien we vaker bij een transplantatie’, zei hij op nuchtere toon. Daar stonden we, als vier onherkenbare groene maanmannetjes om het hoge bed waarop Krijn doodstil ademend lag onder een keurig neergelegde dekbedhoes en handdoek over zijn bovenlichaam. Eng? Nee. Ook daaraan merk je dat we wel want gewend zijn inmiddels.

Om even te ontspannen hebben we vanmiddag met z’n vieren een boswandeling gemaakt en van het heerlijke zonnetje bij het Kaiser Wilhelm Denkmal genoten. Uit eten naar het Mongoolse buffetrestaurant Dschingis Kahn vlakbij het ziekenhuis en toen nog even bij Krijn langs. Dat mocht. Om te constateren dat het nog steeds naar omstandigheden bevredigend gaat. Verpleegster F. die gisteren ook bij hem was, had dienst en was zelfs zeer tevreden. ‘We zien vaak ernstige (na)bloedingen bij transplantaties na een kunsthart – de wondgrootte is veel groter dan normaal – maar dat lijkt bij Krijn helemaal niet het geval te zijn. Alles ziet er nu heel goed uit.’

En zo is het wéér gelukt: op vrijdag 2 oktober 2015 begon het vijfde leven van Krijn. De eerste jaren met zijn eigen hart, toen een donorhart, toen hielden twee externe pompen hem in leven, daarna als enige Nederlander met een volledig kunsthart en nu weer een donorhart. Vier zware ingrepen in de afgelopen 6 maanden. Hoeveel engeltjes kan een mens dragen zou je je bijna afvragen. In ieder geval hebben ze zich goed de weg laten wijzen door het licht van al die kaarsjes en stromen positieve energie.