Op de monitor opeens veel meer getallen

Vandaag voor het eerst na de transplantatie gehuild. De opgekropte spanning móest eruit. Een klein duwtje bleek genoeg. Een goede vriend van ons – muzikant – had geconcludeerd dat hij er met zijn verstand niet bij kan wat er nu allemaal met Krijn gebeurt en liet daarom zijn gevoel de vrije loop. Op zijn Hammond, een stuk van 12 minuten met als titel ‘New Perspectives’. Niet te bevatten zo mooi. Zoals Robin zegt: ‘de Hammond is speciaal uitgevonden voor Bert.’ Ben blij dat ik mijn mini-jambox versterkertje hier heb in Duitsland, zo kon ik het heel wat beter beluisteren dan via mijn mobiel of laptop.

Krijn moet nog even wachten met het beluisteren, hij hoort voorlopig niks. Of heel weinig. De artsen houden hem in diepe slaap, hoorden we zaterdagmiddag (3 oktober, Dag van de Eenwording van Duitsland – 25 jaar geleden) Hij blijft onder narcose tot dinsdag waarschijnlijk. Liever iets langer aan de beademing, dan dat blijkt dat het te vroeg was en de beademing er toch weer in moet. Dit heeft hij al eens eerder meegemaakt. Is niet fijn. Dus rustig aan en zekerheid voor alles. Hij krijgt via de beademing overigens ook medicatie toegediend.

Vanochtend – zondag – begon Krijn blijkbaar toch iets te reageren en toen is direct andere verdovingsmedicatie toegevoegd zodat hij in diepe slaap blijft, vertelde de verpleging. Hij is stabiel. De rechterkant van zijn hart bleef iets achter (nee, dat wilden wij ook niet horen… weer rechts?) maar dat is niet ongebruikelijk verzekerden ze ons. Vanmiddag was ik weer bij hem. Opeens gingen wat getallen op de monitor omhoog, bloeddruk, aderdruk. Verkeerde kant op. Niet duidelijk was hoe dat kwam. Kon van alles zijn. Ook een bloeding. Een al bestelde controle van het hart met een echo werd vervroegd. Toen het apparaat aangereden kwam, werd me verzocht een eindje verderop in de gang te wachten.

Ik hoorde van een afstandje gepraat, hardop overleggen tussen verpleging, artsen en nog iemand. Bellen. Wilde het niet horen, de toon beviel me niks. Ging zacht neuriën om maar iets anders te horen dan die stemmen. Het kwartier – denk ik – leek uren te duren. Toen eindelijk een arts uit Krijns kamer kwam en me met grote stappen tegemoet liep, moet hij gezien hebben hoe ongerust ik was. ‘Gute Nachrichten,’ zei hij direct ter geruststelling. Een glimlach om de mond. Ik voelde, en zag opluchting. De rechterkant van het hart is beter geworden, verklaarde hij. Goed en bemoedigend nieuws. Ik belde Robin meteen vanaf Krijns kamer en huilde voor de tweede keer vandaag. Ach, dat ziet Krijn toch niet. En die belachelijk hoge waarden? Ook weer normaal. De verpleging legde uit dat de beademing iets lager gezet was, en het zuurstofgehalte ook. Hij kon niet alles kwijt dat hij binnenkreeg, dat veroorzaakte een soort hyperventilatie.

Hartverwarmend hoe lief en zorgzaam de verpleegkundigen zijn. Dat wisten we wel, maar nu valt het extra op. Steeds pratend tegen hem, iedere handeling aankondigend en uitleggen, ook al vertoont Krijn geen enkele reactie. Om de paar uur wordt hij anders neergelegd, van rug naar ene of andere zij. ‘Ja, links. Krijn ligt toch het liefst op zijn linkerzij als hij slaapt?’ Heel voorzichtig. Met kussens in zijn rug, onder zijn benen en armen. Opgevouwen handdoekje op zijn borst om druk van de beademingsbuis te voorkomen. We zijn veel gewend, maar feit is dat wij als ouders nu weer helemaal bij af zijn. Tot vrijdag had hij één, soms twee infuusspuiten. En dat kunsthart, maar dat kenden we – beter dan sommige verpleegkundigen op een gegeven moment. Nu is het weer zoals na 20 mei, toen hij zijn kunsthart kreeg; het is één grote kluwen van slangetjes, kraantjes, buizen, katheters, drains, spuiten, klemmen etc. Voor de zekerheid ook weer hemodialyse om nierproblemen voor te zijn en sinds vanmiddag een maagsonde met voeding. Want hij heeft eigenlijk geen reserves.

Heel voorzichtig hield ik zijn hand in de mijne (toen ik de beschermkleding, mond- en haarkapje aan deed zei de verpleger: ‘Handschoenen mag je uitlaten als je je handen extra desinfecteert op de kamer’) en streelde zijn gladde onderarm met mijn andere hand. Alle ledematen zijn geschoren en omdat er nu meer vocht in zijn lijf zit, is hij iets voller en voelt zijn huid heel zacht. Opeens schoof de deur een klein stukje open en verscheen het gezicht van een verpleegkundige die regelmatig bij Krijn dienst heeft gehad. Gele Schützkittel over haar gewone kleren. Ze keek even naar alle cijfers op de hart- en beademingsmonitor, liet haar blik routineus over de twee rijen infuuspompen gaan en zei toen: ‘Geef hem nog een paar dagen. Geduld. Het heeft tijd nodig, ik zie dat hij voor het hart zelf nog maar weinig extra medicatie heeft. Ik ben nu twee weken met vakantie. Sterkte, en doe hem de groeten wanneer hij weer wakker is.’