het nieuwe scheerapparaat bevalt Krijn prima

 Ontelbare keren per dag, althans zo lijkt het, komt de dienstdoende verpleegkundige langs. Om medicijnen te geven, de infuuspompen te vernieuwen, kleine flesjes, grote flessen, glas of plastic, zakken op te hangen en aan te koppelen. Temperatuur meten, verband verschonen, alle drains en slangen checken et cetera. En alles wat niet automatisch in de computer wordt geregistreerd, handmatig in te voeren. 

Op dit moment alleen al kan ik deze namen zien staan; Sufentanil, Nifedipin, Insulin, NatriumChloride, Urapidil, Magnesium, Dobutamin, Heparin, Levosimendan, Antithymocyteglobuline en paracetamol én antibiotica. Zojuist kreeg hij een blauw pilletje. Ja, dat ja. Oorspronkelijk een medicijn voor je hartspier, dat vooral populair is geworden door de bijwerking die het heeft op een ander lichaamsdeel.

We zijn ontzettend blij en opgelucht dat Krijn vandaag weer rustig is en een betere dag heeft. Gisteren was erg zwaar voor hem. Het was 4 mei, exact 2 jaar geleden heeft hij zijn donorhart gekregen. Maar dat was niet waar Krijn nu aan dacht. Hij had het moeilijk, niet zozeer qua pijn, maar vooral psychisch. Zo kennen wij hem helemaal niet. Hij zag de hele toestand écht niet meer zitten en wilde overal vanaf zijn. ’Ik wil gewoon mijn ogen dicht doen en pas weer openen als alles weer gewoon is. Thuis lekker eten en drinken, naar school en gamen en zo.’ Z’n fysieke en geestelijke pijn werden steeds erger. Zo onrustig, hij kon zich niet ontspannen, hapte naar adem, werd benauwd, kreeg krampen, pijn in zijn rug. We deden ademoefeningen met hem. Aankijken, via de neus inademen, via de mond uit. Langzaam weer jezelf onder controle krijgen. Ik kan het alleen vergelijken met barensnood – daarvan weet ik hoe erg je lijf met je op de loop kan gaan als je er niet op tijd bij bent. En het werkte steeds wel even. Robin bleef rustig met hem praten, dat hielp ook.

Bezoektijd was allang voorbij, maar we mochten bij hem blijven. Begin van de avond stond de hartchirurg weer aan zijn bed. Die zag ook dat het niet goed ging met Krijn. Zelfs het goede nieuws dat het langzaam iets beter lijkt te gaan, had geen positieve uitwerking op hem. Wel op ons overigens. Dokter M. zei dat hij zou zorgen dat er vandaag een psychologe langs zou komen. Een vrouw die erg goed Engels spreekt (Ze is inderdaad vanochtend geweest en ze hebben een uitstekend gesprek gehad, vertelde Krijn).

Al met al besloot Robin om toch niet naar huis te gaan om Cleo en Hugo op te halen en vandaag terug te komen. We bleven samen in het appartement dat we gister hebben gevonden. Mooi gelegen in het centrum van Bad Oeynhausen, ook geschikt voor Cleo en Hugo, en hemelsbreed nog geen 2 km van het ziekenhuis. Zelfs te lopen. Een mooie wandeling door het Kuurpark. Met de auto moeten we flink omrijden omdat er een belangrijke spoorwegovergang afgesloten is, maar we hebben inmiddels een sluiproute gevonden door het sprookjesachtige buitengebied. Een slingerweggetje leidde ons steeds dieper een bos in. Opeens zagen we tussen alle schakeringen groen een eindje van de weg zelfs een heus Hans-en-Grietje-huisje staan. Iemand had ons er al op gewezen dat we hier in het land van de sprookjes zijn, waarvan steevast de laatste zin gaat over lang en gelukkig leven. In toeval geloven we allang niet meer.

Vanmorgen hebben we boodschappen ingeslagen voor ons verblijf in het appartement. In de eerste supermarkt die we tegenkwamen: Penny. Terwijl we daar rondliepen, belde Cleo. Met slecht nieuws. Heel vervelend, maar het is niet anders. Plotseling is een van onze vier kipjes overleden. Waarom en hoe is niet duidelijk. Misschien door schrik, een kat of een ongeluk. Of ziek? Geen idee. Ze lag op de grond in het hok. Onze Penny. Vanmiddag heeft Hugo haar begraven achter de tuin. Een uur later kwam Marco (broer Robin) om Hugo en Cleo op te pikken en naar Duitsland te brengen. Ze zijn terwijl ik dit schrijf onderweg hierheen.

Nog even terug naar Krijns onrust van gisteren. Die is vandaag helemaal weg. Ze hebben geconstateerd dat een belangrijke oorzaak waarschijnlijk het stopzetten van de morfine is geweest. Inderdaad: cold turkey afkickverschijnselen. Na meer dan 3 weken 24 uur per dag morfine is het nog niet zo simpel om daarmee te stoppen voor hem. Ze hebben nu wat alternatieve medicatie gegeven, onder andere via een pleister. Dat werkt. Hij is wel iets suffig, maar prima te pas. Via de pleister en infuus kunnen ze het langzaam afbouwen. Hij voelt zich gelukkig beter.

Het eten is ook voortreffelijk. Hij heeft gisteren bij de diëtiste van alles opgegeven (wij waren erbij dus konden mooi wat vertalen) wat hij wel zou willen – en ze houden woord.

O wacht, we krijgen nu net bericht dat de kinderen er bijna zijn. Ik ga ze opwachten bij de hoofdingang. Kan ik die zweterige latex handschoenen ook weer uittrekken. Tikt toch raar.
Een kleine tijdsprong: Cleo en Hugo (en oom Marco) hebben Krijn inmiddels gezien. ‘Goed om hem te zien, hij ziet er beter uit dan in Nederland. Maar wel bijzonder om die beschermdingen allemaal aan te moeten doen’, zei Cleo. Tja, mondkapje, haarnet, handschoenen en een speciale jas. Het blijven vreemde handelingen en iedereen ziet eruit en ruikt naar een tandarts. Althans, zo zegt Krijn het. Het is voor zijn bestwil. Infecties zijn het grootste gevaar nu.

We hebben na het bezoek gegeten in een Kartoffelhaus. Gekletst en met een wijntje de zinnen weer even kunnen verzetten. Ook belangrijk. Nog belangrijker is dat we vanaf nu voorlopig een paar dagen samen zijn, met z’n vieren in het appartement, dichtbij Krijn.