Infuusslangen en hartkatheter.

‘Iedereen opgelucht’, zo eindigde ik het vorige blog nadat er lucht uit Krijns buik was geduwd en het gaatje gedicht. Dat klopte. Op dát moment wel ja. Vrijdag einde dag kwam Robin weer naar Bad Oeynhausen en we gingen samen nog even bij Krijn langs om hem welterusten te wensen. Toen al bleek dat het voor opluchting te vroeg was. Zijn buik bleef dik en gespannen. Een arts legde uit dat al die zware operaties in de laatste maanden voor verklevingen op onverwachte plekken hadden gezorgd. Bijvoorbeeld van het pericard (hartzakje) aan het middenrif. Bij het verwijderen van de drain is iets niet helemaal goed gegaan denken ze, althans vanaf dat moment is de ophoping begonnen. Hoe en wat precies in zijn buikholte en/of borstholte zit, is onduidelijk.

Inmiddels zijn we weer een paar dagen en meerdere onderzoeken verder. Zaterdagochtend bleek opeens dat Krijns ziekenhuishes doorweekt was. Er bleek vocht door een minuscuul gaatje in zijn borstbeen – waar het verse litteken over de borstkas loopt – naar buiten te komen. Direct werd een drainzakje opgeplakt. Al snel vulde het zakje zich met van alles, naast lucht ook (wond)vocht en licht bloed. ‘Sekreet’ zoals de verpleegkundige zei. De officieel medische term die ons in eerste instantie aan iets anders deed denken. Typisch puzzelwoord, je kunt het invullen bij: 1) Afscheidingsvocht van lichaamsklieren 2) Deel van een gebouw 3) Geheim gemak 4) Helleveeg 5) Huisje 6) Kakhuis 7) Kreng 8) Naar mens 9) Naarling 10) Persoonsbenaming.

De puzzel waar de artsen voor staan, los je niet op door het antwoord even in een boek erbij te zoeken, dat is duidelijk. De CT-scan, röntgenbeelden, echo’s en overleg met diverse artsen – ook chirurg M. die Krijn heeft geopereerd – moet zorgen voor een duidelijker beeld van de situatie. Opereren is geen optie op dit moment. Tijd moet zijn helende werk doen. Krijn is nu nog steeds stabiel en er wordt alles aan gedaan om dat zo te houden. De stikstof loopt nog steeds over zijn beademing dus die kan er nog niet af. Met horten en stoten wel lager, maar dat levert weer minder gewenste bloedwaarden op. Wellicht is hij toch bezig met afweer tegen stoffen die nog in zijn lichaam ronddwalen na al die maanden met het kunsthart. Daarom is besloten om plasmaferese toe te passen.

Dat heeft Krijn eerder in Utrecht ook gehad; toen was het een serie van vijf behandelingen waarbij steeds een deel van zijn eigen plasma werd vervangen door donorplasma. Nu is het iets anders, ook een ander apparaat, en wordt uitsluitend zijn eigen plasma gefilterd op antistoffen. Afhankelijk van de waarden die gemeten worden krijgt hij meedere sessies van 4 uur. Vooralsnog komt drie avonden verpleegkundige N. van de HTX-afdeling (verpleegafdeling van de getransplanteerden) langs om de plasmaferese uit te voeren. De eerste sessie is geslaagd en de waarden zijn gezakt.

Het is vandaag – zondag – de negende dag dat hij onder narcose gehouden wordt met propofol en ketamine. De propofol is van 25 naar 20 gezet. Gevolg is dat Krijn af en toe – bij stevige prikkels zoals slijm afzuigen – heel licht reageert. Met een knijpbeweging van zijn oogleden bijvoorbeeld. En toen Robin en ik aan zijn bed stonden en vertelden dat we bij hem zijn, deed hij zijn mond een heel klein beetje verder open, alsof hij iets wilde zeggen. Maar hoe graag wij ook een teken van bewustzijn willen zien, belangrijk is vooral dat hij rustig blijft. Niet gestressed raakt. Geruststellen, vertalen, uitleggen wat er gebeurt, ja. Maar niet op hem inpraten om een reactie te krijgen. Hij weet dat we bij hem zijn. Dat is genoeg voor nu.